Vla, lepel en vertrouwde hand
Je bent een jongetje van 8 en je bent dol op gele vla. Je ligt met hoge koorts in bed en voelt je zo ziek als een hondje. Maar je weet: straks krijg je een paracetamolletje, door je moeder gevoerd op een lepel met gele vla. Medicatie in je lievelingskostje, aangereikt door een vertrouwde hand.
Het was een warme herinnering van één van de sprekers op het congres ‘ Samen minder suïcide’, donderdag 12 oktober. En een oproep om zo naar suïcidepreventie te kijken, want hoe mooi zou het zijn als dat zo simpel was.
Maar zo simpel is het niet. Het is een kwestie van volhouden, doorzetten en samenwerken. En het is helaas nodig, want het aantal zelfdodingen (of suïcides of zelfmoorden, al deze woorden zijn goed) is op hetzelfde niveau als in 1970. Stabiliteit dus. En als we het hebben over de gezondheidzorg, of dat nou de zorg voor de fysieke of mentale gezondheid is, dan streven we naar verandering. Stabiliteit is daar niet de norm.
Aan tafel zaten mensen vanuit hele verschillende hoeken. Zo waren er een aantal mensen vanuit overheidsinstanties als ministerie van VWS, Samenwerkende Inspecties en UWV, maar ook een aantal hoogleraren in de Psychiatrie en Economie van de Volksgezondheid. Voor mij kwamen de duidelijkste bijdragen van een CEO van Pro-Rail, die heel duidelijk kon uitleggen waarom het zoveel makkelijker is om geld te investeren in het veiliger maken van spoorwegovergangen, hoewel er daar veel minder dodelijke ongelukken gebeuren dan elders op het spoor. Maar vaak zijn dat ongrijpbare situaties. Er wordt bij Pro Rial zeker wel geïnvesteerd in de opvang van staf die een zelfmoord meemaakt, en dat is ook nodig, maar preventie was beter geweest. Alleen: hoe dan?
Er waren ook twee wethouders, van twee gemeenten (Land van Cuyck en Arnhem), met mooie concrete voorbeelden hoe zij in hun gemeenten een vinger aan de pols houden, niet alleen op het gebied van fysieke gezondheid, maar ook dat van de mentale gezondheid. Door vanuit de gemeente te monitoren, en op die manier soms iemand op een ander, beter, spoort te kunnen zetten (wat bij de CEO van Pro Rail een glimlach veroorzaakte).
En er was een onderwijsdirecteur van een opleiding bij de Universiteit Utrecht. In anderhalve maand tijd waren er twee zelfmoorden aan de orde in zijn opleiding. Wat doet dat met de studenten, maar ook met de staf? Hoe kun je na ruim een maand alweer tegen de studenten zeggen: sorry jongens…. En had het voorkomen kunnen worden als we het eerder hadden gezien, waren er signalen die eerder opgepikt hadden kunnen worden?
Er werd ook een vergelijking gemaakt met (dodelijke) verkeersongevallen. Daarin zien we wel heel duidelijk verandering, er vallen nu veel minder doden in het verkeer dan bijvoorbeeld in 1970. De grootste daling kwam met de invoering van de autogordel voor de bestuurder en bijrijder in 1975. Maar wat is die autogordel in suïcidepreventie? Misschien wel de gatekeeperstraining van 113. Een mooie training die je over de drempel kan helpen om het gesprek met een potentiële suïcidant aan te gaan. Want dat gesprek is niet makkelijk. Zoals één van de mensen in het publiek zei: ‘je moet het wel kunnen verdragen dat je spreekt met iemand die niet meer wil leven. En dan moet je ook nog zoeken naar de juiste reactie’. Of zoals de voorzitter van de Raad van Bestuur 113 Zelfmoordpreventie zei: ‘luisteren met een warm hart en reageren met een koel hoofd’.
Maar ga het gesprek wel aan. De omgeving is zo belangrijk voor een zelfmoordenaar. Slechts 40% van alle (gelukte) suïcides heeft contact gehad met een GGZ. Die andere 60%? Die hadden misschien wel heel veel baat gehad bij iemand die zei: joh, ik zie je, je mag er over praten! Want veel mensen met suïcidale gedachten schamen zich daarover. En het hoeft er maar eentje te zijn hè, die dat zegt. Dus: hoe moeilijk ook, maar ga het gesprek aan. En wees niet bang om iets te zeggen dat niet goed is, want dat kan eigenlijk niet, aldus een ervaringsdeskundige.
Een andere analogie die werd gelegd was die van het ontwikkelen van een foto in een doka. Je legt de foto in het ontwikkelbad en langzaamaan begint het plaatje naar voren te komen. Vaak is dat hier ook het geval: juist door die schaamte heeft de omgeving niet in één keer door wat er speelt; het complete plaatje wordt maar langzaamaan ontwikkeld.
Dat zelfmoordpreventie iets is dat je samen en vanuit verschillende hoeken moet doen, snap ik. Dat er beleid op moet worden gemaakt, snap ik ook. Maar wat ik ingewikkeld vind, is de vertaalslag naar: wat kan jij dan doen, als studieadviseur? Waar heeft iemand die met suïcidale gedachten rondloopt of misschien al een poging heeft gedaan, behoefte aan? Hoe kun je helpen? Wat kun je doen voor nabestaanden?
Onwillekeurig legde ik de link naar de LVSA werkgroep UFO profiel. In dat UFO profiel staat als één van de punten van onze werkzaamheden: ‘Studieadvies en studiebegeleiding / Bespreken van (persoonlijke) problemen die de student belemmeren in de studievoortgang’. Stagnerende studievoortgang is vaak de aanleiding waarom we in contact komen met individuele studenten. Maar waarom stagneert die voortgang, wat is er aan de hand? Niet zelden lijkt de oorzaak een niet goed lopende planning te zijn, maar hoe vaak zit daar dan weer wat achter? We praten erover met studenten. Hier gaat veel tijd in zitten. Onze begeleiding vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Maar ook moed om het gesprek aan te gaan. Want onze functie is niet alleen doorverwijzen, juist dat gesprek aangaan is een heel belangrijk deel van ons werk. Ook als dat over verdrietige zaken gaat.
’s Avonds thuis keek ik naar oude een documentaire over Jules Deelder. Daar kwam deze prachtige tekst langs, een spreuk van Deelder: ‘de omgeving van de mens is de medemens’. In de warmte van mijn omgeving dacht ik: ja, dat is de paracetamol in de vla op de lepel, het gesprek dat je van mens tot medemens voert, wat het onderwerp ook is. Die vertrouwde hand. Mooi, warm. Dapper ook.
Voor wie geïnteresseerd is: bekijk de terugblikvideo van de bijeenkomst of lees het bericht.
Reacties
Meepraten? Plaats een reactie!