Natuurlijk, de juiste student op de juiste plek

29 maart 2019

​Zaterdagmorgen 11 uur, de hal loopt vol met scholieren. Sommigen schuifelen schoorvoetend naar binnen, hebben veelal iemand bij zich, vaak hun ouders, soms arriveert het hele gezin inclusief de hond. Zij zijn klaar voor een dagje Enschede. En de scholier? Die mag de komende uren deelnemen aan de Biomedical Admission Test, afgekort de BMAT, een van de selectie instrumenten van Technische Geneeskunde. Net als 5 andere opleidingen in Nederland, maken wij gebruik van deze test en zijn wij op deze dag een officieel testcentrum van Cambridge Assessment.

Ook dit jaar bekroop me wederom de weerzin tegen het fenomeen selecteren. Hoewel we de selectie zo zorgvuldig mogelijk hebben ingericht, blijft het een gedrocht met meer nadelen dan voordelen.

De nadelen worden alleen maar groter naarmate je je er meer in verdiept. Van een afstandje lijkt het nog best redelijk. Er is bij bepaalde opleidingen om verschillende redenen een fixus vastgesteld en dus moet je als opleiding gaan bedenken wie in aanmerking komt voor een plek. De gewogen loting is afgeschaft en ‘we’ hebben met elkaar bedacht dat decentraal selecteren beter is, eerlijker is, veel meer tegemoet komt aan de behoefte om de meest geschikte student het hoogste rangnummer te geven en dus de grootste kans om te worden toegelaten. Dus we moeten selecteren. Oh ja, en dat mag niet enkel op basis van de middelbare schoolcijfers.

Misschien herinner je je nog die scholier die het nieuws haalde omdat zij haar hele leven al geneeskunde wilde studeren en die mooie cijfers had en een bijbaan in het ziekenhuis en al jaren haar buurvrouw verzorgt en een profielwerkstuk heeft geschreven over kanker en toch niet was ingeloot. Dat gebeurt nu niet meer (?). Kortom, selecteren voelt best goed.

Vervolgens kijk je bij de inrichting van je selectie het liefst naar de kwaliteiten van de aanstaande student in relatie tot de competenties die horen bij de opleiding. Dat klinkt niet alleen heel logisch, voor de hand liggend en dat is het ook. Net zoiets als wereldvrede willen en zeggen dat we dus met oorlogen moeten stoppen. Waarschijnlijk zijn we het daar snel over eens. De problemen ontstaan pas als we gaan afspreken wat we onder vrede nu precies verstaan en wat er voor nodig is om dat te bereiken en hoe we tot die vrede gaan komen. Met andere woorden, de devil is in the details.

Afgelopen jaren hebben wij ons verdiept in goede selectie instrumenten en wat blijkt?[1] Een paar voorbeelden uit dit overzichtsartikel van Klaas Visser:

  • Er zijn geen instrumenten die de geschiktheid van de student voorspellen
  • Veel/bijna alle selectie instrumenten hebben als neveneffect dat bepaalde groepen, b.v. niet- westerse migranten, jongens, scholieren met lager opgeleide ouders of scholieren met ouders die minder verdienen, in de geselecteerde opleidingen ondervertegenwoordigd zijn
  • Universiteiten ontwikkelen zelf selectieactiviteiten/testen die (nog) niet getoetst zijn op validiteit en betrouwbaarheid of bewezen onbetrouwbaar zijn (motivatiebrieven en -interviews)

Ach, om over de kosten van dit hele circus nog maar niet te spreken.

Ik heb me regelmatig verbaasd over het feit dat we als wetenschappelijke instelling hebben ingestemd met deze ontwikkeling en het over de hoofden van de scholieren zijn gaan uitproberen. Ik heb het wel eens voorgesteld aan mijn opleidingsdirecteur: zullen we burgerlijk ongehoorzaam zijn en gaan doen wat we nu weten (zie ook de conclusie van Klaas). De uitersten selecteren en uit de overgrote geschikte middengroep gewogen loten? Helaas, dat was ook haar een brug te ver.

Kom ik terug op zaterdag 16 februari. Een dag die voor de meesten plaatsvindt midden in het toch al spannende eindexamenjaar. De dag van de BMAT. Ik zie de scholieren vol spanning plaatsnemen in de zaal en in een aantal uren drie toetsen maken. De opluchting is groot als de dag voorbij is. Sommigen balen, hebben deel 1 niet af gekregen. Wat moeten we ze zeggen? Maakt niet uit, je hebt je best gedaan? Natuurlijk zegt de uitslag van deze toets iets. Maar niet dat ze niet geschikt zijn als ze laag scoren.

Maar goed. De dag zit er op. De scholieren met aanhang verlaten het terrein. Sommigen opgelucht, weer anderen bedremmeld. Ik gun ze allemaal een hond bij thuiskomt. Eentje die ze omver rent van enthousiasme. Die ze prestatieloos en prententieloos te pletter knuffelt. Die weet wat ze waard zijn. Namelijk heel veel. En ja, allemaal....


[1]https://www.scienceguide.nl/2017/08/kantel-de-selectie-in-het-hoger-onderwijs/

Reacties

Meepraten? Plaats een reactie!